Posts

Posts uit mei, 2018 tonen

Gebarentaal = Praten met je handen

Afbeelding
Het woord zegt het al, gebarentaal is de taal waar de (dove) mensen gebaren gebruiken om met elkaar te communiceren. Er wordt in feite geluisterd met de ogen. De vorm van je handen, de beweging ven je handen, je mimiek en lichaamshouding spelen een rol. We noemen het een gestueel-visuele taal. Hoe werkt het ? Een woord is opgebouwd uit klanken en lettergrepen, ook de gebarentaal. Elk begrip is een gebaar maar niet elk woord afzonderlijk kent een gebaar. Soms staat een gebaar voor veel woorden. Ook spreekwoorden en gezegdes worden uitgebeeld. Het handalfabet (of vingerspelling) is een onderdeel van de gebarentaal die onder andere gebruikt werd om een woord of naam te spellen. Er bestaat niet 1 universele gebarentaal. Veel landen of regio's hebben hun eigen taal. Gebarentaal is een levendige taal die zich ontwikkelt en verschilt van streek tot streek. In het dovenonderwijs krijgen dove en slechthorende kinderen tweetalig onderwijs : Nederlands en ...

Praat Nederlands met me

Afbeelding
Ogen die zoeken blikken wisselen heen en weer Oren die luisteren maar elkaar niet begrijpen keer op keer                                                                                  We zijn zo dichtbij, verliefd maar weinig klank Handen die zoeken en vinden De taal van de liefde overwint , waarvoor dank   Bron titel : song Parijs, Kenny B Bron afbeelding : Creatov.nl

Kind zijn in de jaren 30/40

Afbeelding
Ik interviewde  mijn opa en oma, geboren in 1932 en 1935. Zij maakten dus beiden als kind de tweede wereldoorlog mee. Ik vroeg hen naar hun schooltijd en hoe hun dagdagelijks leven eruitzag. Schooltijd : Mijn opa ging tot zijn 14 jaar naar de stadsjongensschool. Daar werd er nog gestraft door de leraar : oorveeg, met de regel op de vingers tikken, op de knieĆ«n een straf uitzitten in klompen, ... Geen wonder dat mijn opa een brave jongen was ! Op zijn 14 jaar kreeg mijn opa de kans niet om naar het middelbaar te gaan. Hoewel hij de stadsmedaille won voor zijn goede punten, vond zijn vader het beter om met hem mee te gaan naar de steenkapperij. Hij mocht zijn droom om architect te worden opbergen. Hij heeft tot zijn pensioen als steenhouwer gewerkt. Hij vindt het tot op vandaag nog altijd heel jammer dat hij de kans niet kreeg om verder te studeren. Mijn oma maakte haar lager onderwijs af in een katholieke school, waar de zusters het voor het zeggen hadden. ...