Kind zijn in de jaren 30/40
Ik interviewde mijn opa en oma, geboren in 1932 en 1935. Zij maakten dus beiden als kind de tweede wereldoorlog mee. Ik vroeg hen naar hun schooltijd en hoe hun dagdagelijks leven eruitzag.
Schooltijd :
Mijn opa ging tot zijn 14 jaar naar de stadsjongensschool. Daar werd er nog gestraft door de leraar : oorveeg, met de regel op de vingers tikken, op de knieën een straf uitzitten in klompen, ... Geen wonder dat mijn opa een brave jongen was !
Op zijn 14 jaar kreeg mijn opa de kans niet om naar het middelbaar te gaan. Hoewel hij de stadsmedaille won voor zijn goede punten, vond zijn vader het beter om met hem mee te gaan naar de steenkapperij. Hij mocht zijn droom om architect te worden opbergen. Hij heeft tot zijn pensioen als steenhouwer gewerkt. Hij vindt het tot op vandaag nog altijd heel jammer dat hij de kans niet kreeg om verder te studeren.
Mijn oma maakte haar lager onderwijs af in een katholieke school, waar de zusters het voor het zeggen hadden. In de meisjesschool ging het er niet zo streng aan toe. De zusters straften alleen met extra huiswerk en in de hoek staan.
Aangezien haar ouders zelfstandig waren vonden ze het belangrijk om haar naar het middelbaar onderwijs te sturen. Ze voelde haar daar niet thuis en na 1 jaar werd beslist om te gaan werken. Vijf jaar later trouwde ze en toen was het normaal om daarna huisvrouw te worden.
Eetgewoontes :
Vroeger werd er elke dag vers gekookt met de ingrediënten die er toen waren, vooral seizoensgebonden en eigen gekweekte groenten.Vlees was geen alledaagse kost behalve als je zelf een diertje kon kweken of tussen de boeren leefde. Het aanbod groenten en fruit was beperkt, zeker in tijde van oorlog. De gezinnen telden veel kinderen en die moesten eten wat de pot schafte. Supermarkten bestonden er toen nog niet, enkel kruidenierswinkeltjes in de buurt.
Schooltijd :
Mijn opa ging tot zijn 14 jaar naar de stadsjongensschool. Daar werd er nog gestraft door de leraar : oorveeg, met de regel op de vingers tikken, op de knieën een straf uitzitten in klompen, ... Geen wonder dat mijn opa een brave jongen was !
Op zijn 14 jaar kreeg mijn opa de kans niet om naar het middelbaar te gaan. Hoewel hij de stadsmedaille won voor zijn goede punten, vond zijn vader het beter om met hem mee te gaan naar de steenkapperij. Hij mocht zijn droom om architect te worden opbergen. Hij heeft tot zijn pensioen als steenhouwer gewerkt. Hij vindt het tot op vandaag nog altijd heel jammer dat hij de kans niet kreeg om verder te studeren.
Mijn oma maakte haar lager onderwijs af in een katholieke school, waar de zusters het voor het zeggen hadden. In de meisjesschool ging het er niet zo streng aan toe. De zusters straften alleen met extra huiswerk en in de hoek staan.
Aangezien haar ouders zelfstandig waren vonden ze het belangrijk om haar naar het middelbaar onderwijs te sturen. Ze voelde haar daar niet thuis en na 1 jaar werd beslist om te gaan werken. Vijf jaar later trouwde ze en toen was het normaal om daarna huisvrouw te worden.
Eetgewoontes :
Vroeger werd er elke dag vers gekookt met de ingrediënten die er toen waren, vooral seizoensgebonden en eigen gekweekte groenten.Vlees was geen alledaagse kost behalve als je zelf een diertje kon kweken of tussen de boeren leefde. Het aanbod groenten en fruit was beperkt, zeker in tijde van oorlog. De gezinnen telden veel kinderen en die moesten eten wat de pot schafte. Supermarkten bestonden er toen nog niet, enkel kruidenierswinkeltjes in de buurt.
Reacties
Een reactie posten